Kinderen in deze groep hebben een tijdelijke specifieke onderwijsbehoefte:
de moedertaal is een andere dan het Nederlands; de doeltaal is Nederlands . Ook wel: NT2 (Nederlands als tweede taal) genoemd.
Nieuwkomers-onderwijs wordt gegeven aan:
1 Nieuwkomers, kinderen die direct vanuit ander land zijn gekomen. (Deze kinderen zijn de hele morgen in de Nieuwkomersgroep)
2 Onvoldoende Nederlands sprekende kinderen (getoetst via Mondeling Nederlands toetsen, worden gemiddeld 45 minuten per dag gehaald)
De nieuwkomers worden ingedeeld in instructiegroepen, afhankelijk van:
1 Wel naar school geweest in eigen land
2 Wel naar school geweest, maar in land met niet Europees schrift
3 Niet naar school geweest
4 In Nederland al enig onderwijs gehad (AZC)
De leeftijd is dus niet belangrijk!
Nieuwkomers-onderwijs bestaat vooral uit;
1.Leren lezen
Het leren kennen, onderscheiden en uitspreken van de klanken van het Nederlands + de basis van de leesstrategieën goed verankeren. (tegelijkertijd bevordering van woordenschat)
2.Mondeling Nederlands
Het accent in Mondeling Nederlands ligt vooral op de verwerving van veel voorkomende basiswoorden en het stimuleren van de (beginnende) mondelinge interactie tussen de leerling en de leerkracht en tussen leerlingen onderling.
Mondeling Nederlands wordt gegeven in 4 cursussen waarbij oplopend steeds meer het zelf spreken van de kinderen wordt aangeleerd. Aan het eind van cursus 1, worden de kinderen geplaatst in hun leeftijdsgroep en vinden zo aansluiting bij hun leeftijdgenoten. Zij leren zo spelenderwijs al heel veel taal. Niet alleen de groepsleerkracht en de klasgenoten ondersteunen de kinderen, maar ook een extra leerkracht blijft begeleiding geven.
3. NT2 niveau groepen
Voor de leerlingen die de cursussen al hebben gehad, maar nog niet helemaal op het niveau van de leeftijdsgroep zitten, worden extra lessen gegeven.Deze lessen zijn vooral gericht op zinsvorming, begrijpend lezen en woordenschat uitbreiding gekoppeld aan de lessen uit de reguliere groep.